Patroon mini konijntje

Een paar berichten eerder had ik het over mijn werkjes tijdens mijn vakantie.

Kleine pietepeuterige konijntjes heb ik toen gemaakt. Ze zijn ongeveer acht centimeter hoog.

 Voor de lol waren twee van hen de hoofdrolspelers in mijn malle filmpje.

Ik dacht dat het wel leuk zou zijn dit patroontje met jullie te delen.

Het lijfje is in het rond gebreid en je zou denken dat je dat niet kunt.

Maar durf gerust de uitdaging aan te gaan, want het is heel eenvoudig.

En omdat de konijntjes zo lekker klein zijn ben je in een wip klaar.

Je kunt er eventueel een sleutelhanger van maken. 

Of ze kunnen het knuffeltje van een popje worden.

Of.........vul zelf maar in.

Heel veel succes dames!

Ik zou het leuk vinden dat als jullie dit  konijntje gemaakt hebben, een foto naar mij sturen.

Dan zal ik alles verzamelen en een collage van de foto's maken en op mijn blog plaatsen.

Materiaal:

• 4 breinaalden zonder knop  2,5mm
• kleine restjes wol
• fiberfill voor de vulling
• klein lapje witte stof of dik keukenrol
• klein gekleurd lapje stof voor de oortjes
• naald
• Textiellijm of knutsellijm

Zorg ervoor dat je de draden aan het begin en einde van het werkje wat langer laat zodat je deze kunt gebruiken om het werkje aan elkaar te naaien.

Verdeel bij het lijfje de opgegeven aantal steken over drie naalden en sluit in het rond.

Lijfje en kopje:

Zet 14 steken op. Brei 19 toeren recht. Knip de draad af en rijg deze draad door alle 14 steken.

Hecht deze draad goed af en steek de draad naar de binnenkant. Plaats het kleine witte lapje stof (of keukenrol)  aan binnenkant van het kopje. Dit lapje is voor de stevigheid en zorgt ervoor dat de afwerking van de borduursteken aan de buitenkant niet te zien zijn.  Borduur met zwarte wol de oogjes op hun plaats. Hecht de draden af.  Doe het zelfde met een ander kleurtje voor het neusje.

Plaats een klein stevig rond balletje van vulling in het kopje. Bind een draadje wol stevig  rond het nekje en hecht netjes af. Steek de overgebleven draden naar binnen. Vul het lijfje en naai het lijfje dicht met de draad die je aan het begin van het werkje extra lang hebt gelaten.

Armpjes en beentjes:

Zet 4 steken op. Keer het werk niet, maar schuif de steken naar de andere kant van de naald.

Voor de beentjes brei je acht en voor de armpjes zes toeren. Knip de draad af en rijg deze draad door de gebreide steken. Daarna rijg je deze draad door de beentjes dan wel de armpjes naar het begin van het werkje. Zet de beentjes en de armpjes aan het lijfje vast.

Oortjes:

Zet 5 steken op. Brei 6 toeren in tricot steek. Toer 7: 1 steek recht 3 steken samen breien 1 steek recht (3 steken op de pen) Toer 8: alle steken averecht. Toer 9: 1 steek recht 2 steken samen breien en haal dan de eerste steek over de twee samengebreide steken.  Knip de draad af en hecht af. Haal de draad door het werkje naar de onderkant van het oortje. Zet de oortjes aan het kopje vast.

Knip een klein stukje stof  in de vorm van het oortje. Plak deze met textiellijm aan de binnenkant van de oortjes.